Voor de heropening van lijn 25 naar Lucan in 1928 werden aan de Spa Road negen nieuwe trams gebouwd (genummerd 181, 184, 252-255, 278, 284 en 314) die identiek waren aan de geheel verbouwde trams 218 en 224. Aan dit elftal werd later de totaal herbowde uit 1906 daterende 313 toegevoegd.
Na de sluiting van de lijn naar Lucan in 1940 verhuisden deze trams naar de Dalkey-lijn. De 313 ging in 1944 naar de sloper, maar de overige elf bleven hier dienst doen tot 9 juli 1949, de dag waarop de laatste stadstram inrukte. Die laatste tram, die geplunderd door vandalen en souvenirjagers, zwaar gehavend de remise inreed was de 252.
Slaapplaats voor nonnen
De meeste geraamtes van de trams werden verkocht. De 253 werd eerst een klaslokaal waarin naailes werd gegeven en werd later omgebouwd tot een slaapgelegenheid (met daarin vier slaapkamers) op het terrein van het St. Joseph's klooster in Dún Laoghaire. Als er teveel mensen voor een retraiteweekend in het klooster hadden geboekt, doken de nonnen de tram in om aldus plaats te maken in de slaapzalen voor de betalende gasten. In 1987 doneerden de nonnen de in onbruik geraakte tram aan het Transport Museum.
In de FÁS werkplaats in Broombridge is de tram geheel herbouwd. Deze restauratie is betaald door de National Lottery. In 1990 werd hij meegevoerd in de St. Patrick's Day Parade. Sindsdien staat de 253 op tijdelijke wielstellen in afwachting van nieuwe motoren en dergelijke. Ook moeten de zitplaatsen nog worden gemaakt.